Met vallen en opstaan
Frank Visser
In een montere, grappige en ongepolijste stijl neemt Frank Visser de lezer mee door zijn leven. Een verhaal van vallen en opstaan met daar doorheen zijn kijk op het recht verweven.
Frank Visser groeide op in een katholiek gezin met zeven kinderen dat na de dood van zijn vader in geldnood kwam. Alles in zijn jeugd was katholiek en hij hield ervan, was goed ‘in godsdienst’, al bracht hij al vroeg de leraren in verlegenheid met zijn vragen. In een montere, grappige en ongepolijste stijl neemt Visser zijn lezer mee door zijn leven. Een verhaal van vallen en opstaan, van financiële zorgen, gedwongen verhuizingen, en tegenslag. Verhalen uit een niet-intellectueel milieu, van een moeder die uit nood een café beheert. Maar gaandeweg krijgt de auteur kansen, op studie, op een carrière in de rechterlijke macht. Visser slaagde erin om met discipline, doorzettingsvermogen en humor kantonrechter te worden. Om daarna de sprong te wagen naar de televisie.
Visser schrijft zijn ervaringen en herinneringen op, en weeft door alles heen zijn kijk op het recht, hoe het werkt of zou moeten werken. ‘Van dat recht gaat een enorme emancipatoire invloed uit. Het recht is niet het exclusieve domein van de elite, maar van ons allemaal. We mogen dat niet van ons laten afpakken door de bureaucratie, het grote geld en politieke betweters.’
Aan zijn vele ontmoetingen met vooral boze mensen probeert hij toch een positieve wending te geven. Al draagt hij dan een toga, hij voelt zich een gewone jongen. Al staan de televisiecamera’s op hem gericht, zijn wens is dat de mensen die voor hem staan vooral zichzelf onder ogen zullen zien.
Met vallen en opstaan is een ongewoon levensverhaal van een gewone jongen, die zegt: ‘Boos zijn helpt niet, wel doen wat je kunt. Slikken als het moet, maar gaan als het kan.’